Omwonende van veehouderijen hebben meer kans op longontsteking dan gemiddeld. Het gaat vooral om mensen die binnen 1 tot 2 kilometer van een geiten- of pluimveehouderij wonen. Ook kan de longfunctie verminderen van omwonenden van veehouderijen. Deze vermindering treedt op als er veel veehouderijen in de buurt zijn (bij 15 of meer bedrijven binnen een kilometer afstand). Dit verband hangt niet samen met een bepaald type veehouderij. Dit blijkt uit het onderzoek Veehouderij en gezondheid omwonenden (2016) en de vervolgonderzoeken (2017-2019).
Uit de onderzoeken blijkt dat rond geitenhouderijen vaker longontstekingen voorkomen. In sommige onderzoeken zien we dat ook voor pluimveehouderijen. Maar in mindere mate dan bij geitenhouderijen. Gemiddeld zijn er elk jaar 1650 mensen met een longontsteking op de 100.000 inwoners. Van die 1650 longontstekingen worden er ruim 200 veroorzaakt doordat mensen in de buurt wonen van geitenhouderij of pluimveehouderij. Bij geiten is de oorzaak onbekend. Het is niet waarschijnlijk dat dit door de Q-koorts komt.
Astma en allergieën voor huisstof, pollen, katten en honden komen minder voor bij omwonenden van veehouderijen.
Voor meer algemene informatie over longontsteking verwijzen we naar het RIVM.
Geitenhouderijen en longontsteking
Longontsteking is een ziekte waarbij de kleine vertakkingen van de longen en de longblaasjes diep in de longen ontstoken zijn. De precieze oorzaak is vaak niet te achterhalen Als de oorzaak een infectie is, gaat het meestal om een bacterie of een virus. Een combinatie is ook mogelijk. De bacterie of het virus komt de longen binnen tijdens het inademen. Als de afweer minder goed werkt of de longfunctie minder is, kan dat leiden tot een ontsteking diep in de longen. Afweer en longfunctie kunnen afnemen door een heftige verkoudheid, door griep, astma of COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte). ), fijnstof in de lucht of roken (rokers krijgen vier keer zo vaak longontsteking). Bij longontsteking treedt slijmvorming op en kunnen ontstoken longblaasjes minder zuurstof opnemen. Daardoor gaat longontsteking meestal gepaard met benauwdheid.
Per jaar komen in Nederland ruim 270.000 nieuwe gevallen van longontsteking voor. Kinderen en ouderen lopen extra risico, zie bijvoorbeeld de informatie van het Centrum Gezondheid en Maatschappij hierover.
Meestal volstaat behandeling met antibiotica thuis, maar ongeveer 50.000 keer per jaar is opname in een ziekenhuis nodig. Er overlijden jaarlijks ruim 5000 mensen als gevolg van longontsteking.