Op 7 maart kwam de Nationale ombudsman met aanbevelingen voor de overheid naar aanleiding van de gevolgen van de Q-Koorts epidemie (2007-2011). De ombudsman constateert dat de overheid de protocollen om zoönosen vroegtijdig te signaleren en daarop te acteren, heeft aangepast en de veehouderijen goed in beeld heeft en controleert. Ook is de stichting Q-support opgericht die met een budget van 10 miljoen euro patiënten ondersteunt en begeleidt en onderzoek uitvoert naar Q-koorts en behandelperspectieven. Daarmee heeft de overheid stappen vooruit gezet en lering getrokken uit wat er ten tijde van de Q-koorts epidemie is gebeurd.
De ombudsman maakt zich in zijn toelichting verder vooral hard voor (h)erkenning van Q-koortspatiënten door de overheid. De vijf aanbevelingen aan de minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en de staatssecretaris van EZ (Ministerie van Economische Zaken) zijn:
- Maak met een concreet gebaar voor de patiënten zichtbaar en voelbaar dat ze worden erkend.
- Verbeter de ketensamenwerking rond en integrale benadering van de Q-koortspatiënt.
- Borg de nalatenschap van Q-support op het gebied van kenniscentra, onderzoek en expertise en begeleiding van de patiënten.
- Investeer samen met de medische beroepsgroep in het tijdig oppakken van signalen.
- Ga in gesprek met lokale en provinciale overheden over mogelijkheden om de gezondheidsbelangen van omwonenden bij uitbreiding of bouw van veehouderijen te borgen.
Voor het rapport heeft de ombudsman in 2016 gekeken naar de vraag welke lessen de overheid heeft getrokken uit de aanpak van de Q-koorts. Het rapport geeft antwoord op de vraag: Wat is de situatie van de Q-koorts patiënten nu en wat zijn de ontwikkelingen sinds 2012? Van het rapport is een toegankelijke samenvatting gemaakt in de vorm van een infographic.
Meer informatie over signalering
Hoe werkt de signalering in Nederland en welke rollen hebben verschillende organisaties? Om snel te kunnen ingrijpen en uitbraken onder controle te houden is in 2011 de zoönosestructuur opgezet door de ministeries van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en EZ (Ministerie van Economische Zaken). Binnen de zoönosenstructuur vindt samenwerking en afstemming plaats tussen organisaties die zich bezig houden met infectieziekten bij dieren en organisaties die zich bezig houden met infectieziekten bij mensen. Elke maand komen de deelnemers samen.
Meer informatie over de zoönosestructuur en over de advies- en besluitvormingsstructuur.