Op maandag 25 november 2024 organiseerden wij een webinar over vogelgriep.

De vogelgriep-uitbraak was aanleiding voor het Webinar Vogelgriep. Recent is ook in Gelderland vogelgriep vastgesteld op een biologisch leghennenbedrijf. Wereldwijd zijn naast wilde en gehouden vogels ook infecties in zoogdieren bekend. De sprekers gingen in op de situatie in Nederland en de VS, vogelgriepinfecties in rundvee, hoe deze kunnen worden opgespoord en wat mogelijke gevolgen zijn voor de volksgezondheid.

De huidige vogelgriep uitbraak en de kans op infecties in zoogdieren en mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid

Presentatie door Reina Sikkema (Erasmus Medisch Centrum)

Momenteel circuleren vogelgriepvirussen die wereldwijd een uitbraak bij vogels veroorzaken. De bekende hoogpathogene aviaire influenzavirussen stammen allemaal af van een virus uit Zuidoost-Azië (Goose Guandong lineage), die voor het eerst in 1996 gevonden werd. Tot 2016 heeft het virus bij wilde vogels in Europa meestal asymptomatische verschijnselen veroorzaakt, maar nu wordt grootschalige sterfte ook in wilde vogels geobserveerd. Eerder waren uitbraken in Europa vooral in de winter, maar de laatste jaren heeft de hoogpathogene H5-variant ook schade in wilde en gehouden vogels veroorzaakt tijdens de zomer. Het virus blijft zich verspreiden, een van de redenen waardoor ook in Europa nieuwe varianten opduiken. Ook zoogdieren kunnen geïnfecteerd raken. In Nederland zijn de eerste gevallen van gestorven vossen door deze hoogpathogene variant aangetroffen. Ook veel wezels en steenmarters waren positief. Het Erasmus MC heeft dit met het Dutch Wildlife Health Centre verder onderzocht: ongeveer 20 procent van wilde carnivoren in Nederland waren blootgesteld aan vogelgriepvirussen (2020-2022).

Een onverwachtse wending waren infecties in koeien van melkveebedrijven in de VS. Bij koeien zijn infecties met vogelgriep niet eerder gezien. Ook katten en wilde dieren rond deze melkveebedrijven zijn geïnfecteerd geraakt of doodgegaan. Daarnaast kon het virus tussen verschillende bedrijven verspreiden, waarschijnlijk zonder tussenkomst van wilde vogels. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling. 

Door de infecties in zoogdieren bestaat het risico op aanpassing naar mensen. Nu wordt het risico voor de humane gezondheid als laag ingeschat, behalve voor mensen die blootgesteld worden aan besmette dieren. Vaak ontstaat een pandemie door het circuleren van een virus in wilde dieren. Een virus kan via wilde dieren overspringen naar gehouden dieren, die vaak in grote aantallen dicht bij elkaar worden gehouden of dicht bij mensen. Mensen hebben maar beperkte immuniteit tegen de H5-variant, waardoor de kans op verspreiding en spillover groot zijn. Uit diermodellen blijkt dat verspreiding via de lucht mogelijk kan zijn tussen fretten. Een aantal mutaties wijst op de aanpassing aan zoogdieren. Nu is het risico op een mogelijke pandemie nog laag. Wel is er een aantal humane infecties waarvan de meerderheid milde symptomen heeft. Deze infecties werden bijna allemaal door direct contact met geïnfecteerde dieren veroorzaakt. Recent is levend virus in rauwe melk gevonden, dus het drinken van rauwe melk met het vogelgriepvirus kan een infectierisico vormen. Er zijn geen gevallen bekend van overdracht via de lucht of op grotere afstand van bedrijven.

Download presentatie Aviare Influenza in zoogdieren


Hoe een hoogpathogene aviaire influenza uitbraak in runderen zoals in de VS in Nederland kan worden opgespoord

Presentatie door Gerdien van Schaik (Universiteit Utrecht en Royal GD Gezondheidsdienst voor Dieren (Gezondheidsdienst voor Dieren ))

In tegensteling tot de VS, is er in Nederland een nationaal monitoringssysteem van alle koeien. Dit houdt in dat bekend is waar iedere koe zich bevindt en of deze verplaatst wordt. Wanneer er in Nederland sprake is van een verdenking van een meldingsplichtige ziekte, zoals klassieke varkenspest, mond-en-klauwzeer of de hoogpathogene vogelgriep (HPAI vogelpest of hoog pathogene aviaire influenza (vogelpest of hoog pathogene aviaire influenza )) bij pluimvee, dan moet die direct gemeld worden aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit )). Daarnaast voert de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) de basismonitoring uit. Het doel van de basismonitoring is om zo snel mogelijk opkomende ziekte-uitbraken van bekende of onbekende aandoeningen op te sporen en daarnaast zicht te houden op de trends in de dierengezondheid in Nederland. De basismonitor helpt om onbekende aandoeningen te vinden, ontwikkelingen te monitoren en om uitbraken zo snel mogelijk op te sporen. 

Bij verdenking van HPAI dient een dierenarts dit direct te melden bij NVWA. Binnen de basismonitor is er voor HPAI ook de mogelijkheid van uitsluitingsdiagnostiek bij pluimvee. Als bij pathologie pluimvee positief is voor influenza gaan de monsters naar Wageningen Bioveterinary Research (WBVR Universiteit Wageningen Bioveterinary Research (Universiteit Wageningen Bioveterinary Research )) voor confirmatie. Specifiek voor pluimvee is er een veterinair monitoringsnetwerk waarin nauw wordt samengewerkt met pluimveepraktijken. Voor runderen en kleine herkauwers worden routinematig verzamelde gegevens van Nederlandse bedrijven verkregen waarin frequent de sterfte, uiergezondheid of vruchtbaarheid van de dieren wordt gemonitord. Tenslotte wordt op wekelijkse tankmelkleveranties bepaald of er gebieden in Nederland zijn met een lager dan verwachte melkproductie. Hierdoor kon bijvoorbeeld de blauwtong-uitbraak gevolgd worden. 

Voor HPAI bij runderen is er een retrospectief onderzoek uitgevoerd waarbij ruim 2000 monsters uit de periode 2022-2024 van runderen zijn getest. Er was geen indicatie voor een infectie van Nederlandse runderen met HPAI. In de basismonitoring zijn geen klinische verschijnselen waargenomen bij runderen passend bij een HPAI-virusinfectie en ook in andere EU Europese unie (Europese unie)-lidstaten zijn er geen aanwijzingen voor besmettingen. GD blijft de situatie monitoren. Mocht HPAI gevonden worden bij runderen in Nederland, dan kunnen runderen van besmette bedrijven, in tegenstelling tot in de US, getraceerd worden en volgt er een bewaking om verdere verspreiding te voorkomen.

Download presentatie Monitoren van hoogpathogene aviaire influenza in runderen

Samenvatting van de vragen en antwoorden

Welke minimale afstand wordt gehanteerd tussen melkveehouderij en pluimveehouderij?

In Nederland bestaat geen minimale afstand tussen melkveehouderijen en pluimveehouderijen. 

Is er een verschil in het risico bij zoogkoeien, melkkoeien en kalveren?

Bij koeien zien we veel RNA en virus in de melk. Door de manier van melken en het houden van melkvee zou de overdracht van het virus in de melkstal kunnen plaatsvinden en is melk een risico voor blootstelling aan het virus. Bij zoogkoeien en kalveren is dat minder. Het risico op grote uitbraken is groter in de melkveesector, maar alle runderen hebben een kans om besmet te worden. In de VS zien ze ook vleesrunderen die besmet zijn. Melk is waarschijnlijk niet de enige route. 

WUR Wageningen University &Research (Wageningen University &Research) heeft in 2024 onderzoek gedaan naar bosrijke en waterrijke (aantrekkelijk voor watervogels) gebieden in de buurt van pluimveehouderijen. Het doel was om het risico op AIV te voorspellen. Is dat onderzoek nog relevant nu ook allerlei zoogdieren AIV verspreiden?

Ja, dat onderzoek is nog relevant. Wilde vogels en watervogels zijn belangrijke reservoirs voor verschillende subtypes waaronder het H5-virus. Er zijn positieve marters gevonden, maar geen overdracht tussen deze zoogdieren. Veel asymptomatische infecties en grote aantallen infecties in vogels benadrukken weer dat vogels het hoofdreservoir van deze virussen zijn. 

Als bij roofdieren contact is aangetoond met het virus, zijn ze dan zelf ook nog verspreider of is er geen ziekteverloop geweest?

Een deel van de carnivoren die zijn geïnfecteerd met HP H5 vertonen ernstige symptomen en kunnen hieraan doodgaan. Aangezien we ook 20% dieren hebben gevonden met antilichamen, alsook gevangen steenmarters met het virus zonder dat ze zichtbaar ziek waren, denken we dat een deel van de infecties asymptomatisch verloopt. Tot nu toe is verspreiding tussen wilde carnivoren nog niet aangetoond. Echter, dat betekent niet dat het niet kan voorkomen, bij uitbraken in nertsenbedrijven wordt wel gedacht dat hier overdracht van dier op dier heeft plaatsgevonden. Echter, omdat wilde carnivoren vaak solitair leven is de kans op verspreiding tussen deze dieren mogelijk relatief klein. 

Wat is de infectieroute bij runderen in de VS? Als het virus vergelijkbaar is in Europa en de VS, hoezo is in Nederland dan geen besmetting bij runderen?

De infectieroute bij runderen in de VS ging waarschijnlijk via melk en direct contact. Als dieren worden verplaats, wordt ook het virus verplaatst. Hoe runderen in Texas oorspronkelijk besmet zijn geraakt is onbekend. De hypothese is dat besmette vogelpoep of dode vogels het water of voer van de runderen heeft geïnfecteerd. In Nederland zou dat ook kunnen, maar dat lijkt nog niet gebeurd. Bovendien is de vogeltrek in de VS anders dan hier en zijn rundveebedrijven in de VS aantrekkelijk voor trekvogels. Mogelijk is dat bij trekvogels in Europa anders.