Mensen worden op verschillende manieren blootgesteld aan fijnstof van veehouderijen. Dat kan direct via stofdeeltjes in de lucht, zoals huidschilfers, deeltjes van veren en haren, voerdeeltjes en mestdeeltjes. Of mensen kunnen secundair fijnstof inademen. Dit ontstaat doordat de veehouderij ammoniak uitstoot. Dit reageert in de lucht tot fijnstofdeeltjes. Door de blootstelling aan fijnstof kunnen mensen luchtwegklachten krijgen of luchtwegklachten kunnen verergeren.
Er is geen veilige concentratie bekend waar beneden geen gezondheidseffecten optreden. Uit onderzoek blijkt dat niet alleen de hoeveelheid, maar ook de samenstelling van fijnstof hierbij belangrijk is. Zo komen celwandbestanddelen van bepaalde bacteriën (endotoxinen) voor in het fijnstof van veehouderijen. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat deze een relatie hebben met gezondheidseffecten bij mensen die in de buurt wonen van veebedrijven.