Er is een versie 2 van de Q&A (Question & Answer (vraag en antwoord) ) geitenhouderij en gezondheid geplaatst. Het Kennisplatform heeft recent vijf vragen beantwoord over het niet vaccineren van hobbymatig gehouden dieren. De vragen en antwoorden zijn een aanvulling op de geitenhouderij en gezondheid en daarom toegevoegd aan de in het kennisbericht als vragen 2.22 tot en met 2.26.
Context van de vragen
Vaccinatie is verplicht voor bedrijven met melkgeiten en/of melkschapen en bedrijven met een publieksfunctie (bijvoorbeeld kinderboerderijen, zorgboerderijen en boerencampings). Ook schapen en geiten, ouder dan 3 maanden, die worden aangevoerd op een evenement, tentoonstelling of keuring moeten uiterlijk 3 weken van tevoren tegen Q-koorts zijn gevaccineerd. Alle overige geiten- en schapenhouders kunnen hun dieren vrijwillig laten vaccineren.
Waarom is er niet gekozen voor een inentingsplicht voor alle geiten/schapen?
Dit is een aanvulling op de eerdere Q&A (Question & Answer (vraag en antwoord) ). Een individuele kleine herkauwer vormt geen risico voor de omgeving. Op basis van wat er over Q-koorts bekend is, kán een individueel dier dat bevalt of aborteert een risico vormen voor de personen die daarbij betrokken zijn (veehouder of een dierenarts). Dit is dus geen volksgezondheidsprobleem, maar een van de arbeidsgeneeskunde.
Als er veel dieren op een bedrijf zijn komen bij een abortusstorm van de drachtige dieren dermate veel bacteriën vrij dat er een risico voor de wijde omgeving en dus voor de volksgezondheid ontstaat. De vaccinatieplicht is vooral ingesteld om dit te voorkomen.
Waarom ligt de grens bij 50 geiten/schapen? Is daar onderbouwing vanuit veterinaire hoek?
Voor het aantal van 50 is geen directe onderbouwing met veterinaire onderzoeken. Het betreft een praktische keuze.
Kan een gemeente in aanvulling op het beleid van het ministerie van EZ dat wordt uitgevoerd door de NVWA een verdergaande inentingsplicht opleggen, via de APV of anderszins?
Nee, maatregelen ten aanzien van dieren kunnen alleen op basis van de Wet dieren genomen worden. Voor deze wet draagt uitsluitend het ministerie van EZ (Ministerie van Economische Zaken) beleidsverantwoordelijkheid.
Om deze reden kan een gemeente ook niet in gebreke worden gesteld als er vanuit een hobbydier een infectie zou optreden.
Is een hobbyboer 'zonder publieksfunctie' vanuit het beleid van het ministerie van EZ verplicht om waarschuwingsborden bij schapen of geiten die in de wei lopen te plaatsen die aangeven dat ze niet zijn ingeënt?
Nee, dit is niet het geval (zie ook antwoord op de vraag hierboven) en zou ook niet proportioneel zijn. Elk dier en elk mens kan infectieziekten overbrengen en daar zullen we mee moeten omgaan.
Wat het contact met landbouwhuisdieren betreft, is het overigens zo dat overdracht van fecale ziekteverwekkers (Salmonella, Campylobacter of STEC (shiga-toxine producerende E. coli )) een veel groter risico vormt dan Coxiella. Het aantal landbouwhuisdieren waarbij deze ziekteverwekkers voorkomen (prevalentie) is groter dan die van Coxiella en bovendien wordt er continu mest geproduceerd terwijl een schaap of geit maar eens per jaar drachtig is. Het is dus wel verstandig basale hygiënemaatregelen bij het contact met landbouwhuisdieren in acht te nemen. Dit is goed uitgewerkt in het keurmerk van de Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland (vSKBN (Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland )).
Kan een gemeente houders van niet gevaccineerde geiten/schapen verplichten om daarvoor waarschuwingsborden te plaatsen?
Nee, daarvoor zijn geen mogelijkheden (zie ook de derde vraag).