Colistine is een antibioticum dat ingezet kan worden bij patiënten met ernstige infecties door multi-resistente bacteriën. In de veehouderij wordt ook colistine gebruikt, vooral bij varkens en kalkoenen. Omdat colistine momenteel gebruikt wordt als laatste redmiddel voor de mens, is het gebruik van dit antibioticum in de veehouderij beperkt. Het colistinegebruik in de veehouderij in Nederland is tussen 2011 en 2016 met 79% gedaald.
In het tijdschrift "Antimicrobial Resistance and Infection Control" verscheen in 2017 een studie waaruit bleek dat 24,8% van het geteste kippenvlees positief op resistentie tegen het antibioticum colistine ("High prevalence of the mcr-1 gene in retail chicken meat in the Netherlands in 2015" door Schrauwen et al.). Verschillende organisaties hebben het Kennisplatform Veehouderij en humane gezondheid benaderd voor verduidelijking van het onderzoek. Op de pagina vragen en antwoorden staan de meest gestelde vragen over dit onderzoek.
Gedetailleerde informatie uit de Nethmap/MARAN (Monitoring of Antimicrobial Resistance and Antibiotic Usage in Animals in the Netherlands )-rapportage 'Monitoring of Antimicrobial Resistance and Antibiotic Usage in Animals in the Netherlands'
Vleesmonsters
Tussen 2012 en 2015 zijn 1860 E. coli isolaten afkomstig van kippenvlees getest. Er bleken 52 E. coli isolaten colistine resistent en daarvan droegen 40 isolaten het mcr (minimum cell rate )-1 gen. Dit is 2,2% van het totale aantal E. coli isolaten dat getest is op de gevoeligheid voor colistine. In 2016 waren met de niet selectieve methode 2/180 (1,1%) kippenvleesmonsters colistine resistent. De toen gebruikte methode is niet erg gevoelig, omdat de kweek niet selectief is. Het werkelijke aantal besmette vleesmonsters is waarschijnlijk groter.
Mestmonsters
De nationale surveillance kijkt ook in mestmonsters. Tussen 2012 en 2015 werd bij 10 van de 2226 (0,4%) mestmonsters afkomstig van Nederlandse vleeskuikens het mcr-1-gen gevonden.
In 2016 werd voor mestmonsters dezelfde methode gebruikt als die door Schrauwen et al. is gebruikt. Daarbij werd bij 2 van de 300 (0,7%) vleeskuikens mcr-1 in mest teruggevonden. Ook werd mcr-1 teruggevonden in mest van vier vleeskalveren, één varken en één melkkoe.
Onderzoek 2017
In 2017 is in de nationale surveillance voor vleesmonsters een selectieve methode gebruikt die hetzelfde is als beschreven door Schrauwen et al. Hiermee waren door middel van PCR twee van de 36 (5,5%) kippenvleesmonsters positief en voor kalkoenvlees waren drie van de zeven onderzochte vleesmonsters positief (42,9%).
In het onderzoek van Schrauwen et al. waren 53/214 (24,8%) vleesmonsters positief op het mcr-1 gen. Bij 35 van de 53 verdachte monsters kon de resistente bacterie zelf gekweekt worden. Dit betekent dat in 16,3% van de monsters daadwerkelijk colistine resistente bacteriën zijn aangetroffen. Bij 18 monsters is dus niet duidelijk of de bacterie niet te kweken was of dat de bacterie dood was en alleen het DNA nog terug te vinden was.